Opname in afwachting van juridische status
Regelmatig krijgen wij signalen dat zorgaanbieders cliënten (nog) niet willen opnemen. Het CIZ heeft met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) afspraken gemaakt over het opnemen in afwachting van een juridische status.
Zorgaanbieders willen cliënten (nog) niet opnemen omdat de aanvraag voor een besluit tot opname en verblijf (art. 21) nog in behandeling is of omdat de verzoekschriftprocedure voor een RM nog loopt. Het gevolg is dat cliënten na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname tijdelijk naar huis worden gestuurd, terwijl een opname eigenlijk noodzakelijk en geschikt is. Dit is uiteraard niet wenselijk voor de cliënt en zijn naasten.
Afspraken IGJ
Het CIZ heeft met de IGJ afgestemd dat zorgaanbieders cliënten mogen opnemen op het moment dat de aanvraag voor een besluit tot opname en verblijf (art. 21) in behandeling is bij het CIZ. De opname moet wel in het belang zijn van de cliënt. Het gaat erom dat u in die gevallen aan kunt tonen dat er een aanvraag is ingediend bij het CIZ. De IGJ handhaaft hier in de tussentijd niet op. De cliënt kan niet worden opgenomen in afwachting van een rechterlijke machtiging (RM). De RM moet dus uitgesproken zijn voordat de cliënt opgenomen wordt. Als er in de tussentijd sprake is van een spoedsituatie, dan is het mogelijk om een aanvraag te doen voor een IBS.